U kunt de eerste zin al raden, en u heeft het juist. We gaan nogmaals – met volle overtuiging – Matthieu Idmtal een poëet aan het klavier noemen. Met een poëet bedoelen we echter geen man die gedichten voordraagt, maar een man die noten aanvoelt zoals de lijdende woordenaar zijn letters wil uitschreeuwen – sereen en rustig, maar recht uit het hart. En dat doet poëzie met een mens; het roept een gevoel van erkenning op voor de lezer of de toehoorder. Wel, Idmtal is die lezer, de lezer die door de noten heen de lach en de traan van de componist voelt. De toehoorder voelt herkenning; en bijgevolg geborgenheid.
Essentie
Idmtal begon zijn recital – georganiseerd door concertorganisatie Wonderful World – in de Mechelse Stadsschouwburg met de 12 Ländler van Franz Schubert (1797-1828). Idmtal neemt zijn tijd, iedere noot is doordacht zonder ze dood te denken – het juiste gevoel op de juiste plaats. Het publiek merkte de overgang naar de Valse Brillante opus 34, nrs. 1,2,3 en de Valse opus 64, nr 3 van Frédéric Chopin (1810-1849) nauwelijks. Een logische vraag daarbij is of de pianist Schubert niet heeft overgeromantiseerd en er iets Chopinachtig heeft in verwerkt. Ook deze stelling kan aan de hand van poëtische beleving worden weerlegd. Bij romantiek wordt onmiddellijk aan liefdesbeleving en mooie ervaringen gedacht. Maar waar liefde is, is ook verdriet. Dat is een kenmerk van Schubert dat tijdens dit concert meer dan duidelijk naar voor kwam, het mooie lijden om de verloren liefde, mijmeringen en mooie herinneringen, consolidatie via muzikale en gevoelsmatige tegenstellingen die eigenlijk samen horen. Men mag absoluut niet uit het oog verliezen dat de periode van de salons een periode was waarin de mens zijn eigen gevoelens probeerde te analyseren, zijn denken probeerde te doorgronden. Dit werd duidelijk voelbaar in de poëzie en muziek van die periode en nog des te meer bij het lied. Idmtal doorgrondde tijdens zijn spel dit volledige proces, waarbij hij de Ländler opwaardeerde naar volledige Schubert – daar waar muzikaal snobisme ze soms als deuntjes wil wegzetten.
Bezinnende Scriabin
Nog voor de pauze werden er reeds drie stukken uit de Etude nr. 8 van Aleksandr Scriabin (1871-1915) gebracht – De componist die misschien wel het meest van al leeft in het hart van de jonge pianist. De emotionele sfeer waarin Idmtal het publiek had gebracht, gedijde mooi verder. Na de pauze volgde het grote werk – de 24 préludes opus 11, eveneens van Scriabin. Alles zat hem in precisie, nuance, stilte en bijna stilte – nuancering van hoofd naar handen, oprecht gevoel dus en geen technisch pedalenwerk. Men kan onmogelijk éénmalig naar een concert van Idmtal gaan. Iedere keer wordt die Scriabin dieper, intenser doch serener.
Ja, u heeft écht wel wat gemist.
Maar er is nog steeds het album. Grijpt u dit gerust aan als kans om een volgende maal ook een ticket te kopen.
foto: © Yoshie Kuwayama – Motion in Silence
Beiden jong en gevoelig – de dichterlijke pianist bezocht de weemoedige componist