De Staycation – Episode 1: Barokschilder Jan Cossiers, vanuit schaduw terug in de schijnwerper

by Knopskaya

We komen na de coronadip terug massaal buiten, en liefst van al in eigen land. De ene gaat shoppen, de andere museumhoppen. Daarbuiten is het ook altijd een fijne ervaring om onverwacht tijdens het hoppen van pint naar plein en pon- en pantalonprovider een schat te ontdekken die  er al honderden jaren stond, zonder dat u er erg in had – en dit vlak in uw achtertuin. Zo ontdekten wij het oeuvre van barokschilder Jan Cossiers, recent prachtig gerestaureerd en gratis en voor niks te bezoeken in het diocesaan centrum te Mechelen dat zich op een steenworp bevindt van het koraalhuis waarin grootvader Beethoven als koorknaap zong. Een stevig pakje pure geschiedenis dat zomaar voor handen ligt. Geniet!

Vlaamse meesters in de schaduw van Caravaggio

De Antwerpse barokschilder Jan Cossiers (1600-1671) is zonder twijfel bijna 350 jaar na zijn dood nog steeds een boeiend figuur om te ontdekken. Via zijn meesterwerken komt de toeschouwer rechtstreeks en onrechtstreeks in aanraking met andere grootmeesters uit onze Lage Landen en daarbuiten.

Intimus

Buiten de vaste collectie werken van zijn hand in het Antwerpse Rubenshuis, kunt u zijn werk ook elders in Vlaanderen bewonderen. In het Diocesaan Pastoraal Centrum van Mechelen werkt de jonge restauratrice Dorien Smet uit Turnhout momenteel aan de restauratie van “De opdracht van Maria in de tempel”. Het schilderij werd in 1645 besteld voor de oorspronkelijke seminariekapel, die zich op dezelfde locatie bevond. Dat de toen toch vrij jonge Cossiers een uitstekende reputatie genoot, kan men afleiden uit de royale som van 600 gulden die voor het werk werden neergeteld. Dit betrof exact een derde van de kostprijs van totale ruwbouw errond. Een goede bewaring van het meesterwerk kan bijgevolg enkel maar als een must worden beschouwd. Het monumentale altaar-schilderij werd op 3 september 2019 professioneel naar beneden getakeld voor herstelling en zal vanaf de lente van 2020 opnieuw te bezichtigen zijn voor het grote publiek.

“Het was een vorige opdracht die ik hier in de kapel had, de restauratie van het halfronde schilderij naast het grote altaarstuk, die me tot deze grote restauratie bracht”, vertelt Smets op bescheiden wijze. “Het is een fijn gevoel wanneer men kostbaar erfgoed aan je toevertrouwt. Over het werk zelf is op de kostprijs en datering na eigenlijk vrij weinig informatie beschikbaar, maar toch krijg ik er net als ieder ander werk dat ik restaureer een bijzondere band mee. De tijd alleen al dat je samen met een schilderij doorbrengt, maakt je tot een intimus van het werk. “

Vakmanschap

Cossiers was oorspronkelijk als leerling van Cornelis de Vos (1585-1651) eerder bezig met portretschilderen. Het was pas later dat hij zich zou bezighouden met religieuze en historische taferelen. Zijn schilderkunst werd sterk beïnvloed door Caravaggio (1571-1610), wiens werk hij tijdens een studiereis naar Firenze bestudeerde. Deze inzichten vormden de basis voor de serene lichtinvallen die hij wist neer te zetten, hetgeen de aandacht van Pieter Paul Rubens trok, die tien jaar eerder dezelfde studiereis ondernam. Cossiers en Rubens staken trouwens regelmatig de koppen bij mekaar om samen aan grotere projecten te werken. Toch is het eerder de techniek dan de geschiedenis die bij Smet de verwondering uitlokken.

“Ik wilde eigenlijk archeologie en kunstgeschiedenis studeren. Maar toch leek het me fijner om praktisch te werken en dus wat met mijn handen te doen. Eigenlijk ben ik vaker bezig met de technische kant van het werk dan hetgeen er daadwerkelijk opstaat. Wat me vooral boeit aan oude schilderijen is dat er zoveel meer vakmanschap inzit dan hetgeen nodig in de kunst van vandaag, die veel meer rond vrije expressie draait. Alles moet kloppen, vooral wanneer men een religieus thema uitbeeldde. Het moet bijna een foto zijn. Zo zijn bijna alle personages gebaseerd op de gezichten en lichamen van personen die daadwerkelijk bestaan en geposeerd hebben. Wij komen als restaurateur niet in aanraking met moderne kunst en beseffen daardoor het belang van een goede bewaring van het verleden. Restauratie hoort bij ons erfgoed.”

Techniek

Het toch wel zeer grote schilderij ligt momenteel plat, met de afbeelding naar onder. Een restauratie begint steeds met het bewerken van de achterzijde van het werk. Daar kan men sporen van vorige restauraties aantreffen. Stukjes papier en linnen, tot zelfs stukjes krant werden in het verleden gebruikt als lapmiddel. De volledige vorige restauraties moeten bijgevolg worden verwijderd om het werk voor eens en altijd deftig in zijn glorie te herstellen. Nadat de rugzijde is hersteld, wordt er aangevangen met het secure werk van de kleuren aan de voorzijde. Het was onder meer door de invloed van Rubens, dat Cossiers een ruim kleurenpallet ontwikkelde. Hij plaatste ook vaak figuren in de schaduw, om andere figuren nog dramatischer te kunnen belichten. Dit maakt het herstellen van een werk van Cossiers tot een extra uitdaging. Er zijn tenslotte geen foto’s van het origineel. Een goede technische materiaalkennis is hierbij een absolute must.

Stille getuige

Het feit dat het schilderij in een kapel wordt gerestaureerd, geeft een extra dimensie aan de herstelwerken. De plaatsen waarin restauraties worden uitgevoerd, zijn zeer divers. Vaak komen restaurateurs terecht op een regelrechte bouwwerf, zeker wanneer het grote projecten betreft zoals het reconstrueren van een oud kerkgebouw. In tegenstelling tot deze omstandigheden, was het werken in de kapel van het diocesaan centrum een bijna spirituele ervaring voor Smet, die doorgaans vrij nuchter en technisch ingesteld tegenover haar werk staat. Het kan ook moeilijk anders. Wanneer men beseft welke stukken geschiedenis men tussen de vingers heeft en waar men op mag ingrijpen, moet men vooral stevig met beide voeten op grond staan.

“Er komt regelmatig een harpiste oefenen in de koorruimte bovenaan, hetgeen echt wel de sfeer oproept die bij dit werk hoort, een totaalplaatje. Het monumentale schilderij hangt tenslotte al meer dan drie eeuwen op dezelfde plaats en is daardoor eveneens een stille getuige van al wat zich hier ooit afspeelde. Ook de nonnen houden hier nog elke morgen een eucharistieviering, waarbij er ook gezongen wordt. Het maakt dat mijn werk in een fijn en rustgevend ritme verloopt. ”

 

U kunt het de kapel bezoeken in de Frederic de Mérodestraat 18, 2800 Mechelen na afspraak via 015 298 491 of dpcm@dpcm.be op weekdagen tussen 9 en 15u.

Bron: http://www.Tertio.be  Geschreven door Knopskaya – Veerle Deknopper en verschenen op 22 april 2020 in Tertio 1054

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord