De Antiterroristen – De Europese strijd tegen het anarchisme 1890-1914 door Wouter Klem

by Gustave Min

Internationaal verhaal in de belle époque  

‘De anarchist wordt niet langer beschouwd als menselijk, maar als een wild beest dat overal moet worden opgejaagd, beklaagde de anarchistische terrorist Émile Henry zich in 1894, kort nadat hij met een willekeurige bomaanslag in Parijs tientallen mensen doodde en verwondde. Uniek was zijn aanslag niet, het was er een uit vele. Tijdens de eerste internationale golf van terrorisme eind negentiende eeuw ontploften alleen al in Europa tientallen bommen en werden presidenten en vorsten koelbloedig vermoord. Het was voor de Europese regeringen snel duidelijk dat ze een dreiging die grenzeloos was als het anarchisme onmogelijk alleen konden bestrijden. Politiechefs uit heel Europa kregen de vrije hand om gezamenlijk en naar eigen inzicht de eerste internationale terrorismebestrijding vorm te geven, ondanks het aanzwengelende nationalisme en de conflicterende internationale belangen. In dit boek laat Wouter Klem op basis van uitvoerig archiefonderzoek zien hoe een nieuwe politiegeneratie de antiterroristen – middels studiereizen, conferenties en de uitwisseling van de nieuwste technologieën het anarchistische kaart bracht en bestreed. In heel Europa, kwamen nieuwe samenwerkingen van de grond. De antiterroristen zochten de morele en rechtsstatelijke grenzen op, richtten centrale politiebureaus in voor Europese surveillance en deelden vrijelijk persoonsgegevens en dreigingsrapporten. Henry had gelijk, heel Europa bundelde haar krachten tegen de anarchisten. 

 

Anarchie en moord avant la lettre… 

Het einde van de negentiende eeuw wordt niet voor niets ook wel het ‘decennium van regicide’ genoemd, waarin meer monarchen, presidenten en premiers werden vermoord dan op ieder ander moment in de geschiedenis. In de wetenschappelijke literatuur wordt deze periode beschouwd als het begin van een werkelijk internationaal terrorisme, waarbij het geweld zich niet langer beperkte tot enkele landen: ‘Anarchists initiated the wave, and their primary strategy – assassination campaigns against prominent officials-was adopted by virtually all the other groups of the time, even those with nationalist aims in the Balkans and India.” De Franse president Marie François Carnot (1894), de Spaanse premier Antonio Cánovas del Castillo (1897), keizerin Elisabeth van Oostenrijk (1898), koning Umberto van Italië (1900) en de Amerikaanse president William McKinley (1901) kwamen om het leven bij anarchistische aanslagen. Daarnaast was het een decennium van willekeurige, terroristische bomaanslagen: honderden mannen, vrouwen kinderen stierven doordat anarchisten hun bommen bijna achteloos naar binnen gooiden bij cafés en theaters of lieten ontploffen bij religieuze en koninklijke processies. 

De anarchistische dreiging werd op ambivalente wijze geïnterpreteerd. Het dreigingsbeeld kwam aan de ene kant voort uit concrete bomaanslagen en zogeheten attentats, oftewel politiek-gemotiveerde geweldsdaden. Aan de andere kant werden de daadwerkelijke incidenten in hedendaagse geesten opgeklopt tot een alomvattend gevaar met zeer vergaande gevolgen. Losstaande geweldsdaden werden geduid als elementen van een ‘anarchistische samenzwering’ die gericht was tegen de gehele ‘beschaafde’, maatschappelijke orde. Dit beeld kwam naar voren in de correspondenties van de politie en hun regeringen en werd publiekelijk uitgevent in de schreeuwende koppen van de opkomende massamedia. Het tweeledige karakter van de ervaren dreiging is een unieke insteek dit naslagwerk. Ofschoon het anarchistisch geweld onmiskenbaar plaatsvond, haalde het nooit de omvang, reikwijdte en diepte van de alomvattende samenzwering die bestond in de tijdsgeest gevoelens van angst en dreiging, waren voldoende aanleiding voor een waarlijk Europese strijd. 

 

De strijd tegen de samenzwering van de anarchisten. 

Dit boek gaat over de opkomst, manifestatie en het uiteindelijke uiteenvallen van de Europese terrorismebestrijding in de late negentiende en begin twintigste eeuw. Daarmee is het vooral een politiegeschiedenis. De anarchistische geweldsdaden waren weliswaar niet het enige gevaar dat Europa’s politiekorpsen tot samenwerking bewoog, ze belichaamden wel de belangrijkste, meest urgente dreiging tegen de politieke en maatschappelijke orde. Het continue samenspel tussen de algehele angst voor het anarchisme en de beantwoording daarvan door de politie en regeringen, vormt de rode draad in deze geschiedenis. Daarbij staat de vraag centraal hoe de Europese politiesamenwerking tegen de zogenoemde ‘anarchistische samenzwering’ van de grond kon komen ondanks voortdurende belemmeringen door tegenstrijdige politieke belangen in nationalistisch Europa. Hoe omzeilden. Met andere woorden, de terrorismebestrijders of antiterroristen het politieke belang, ten gunste van de Europese veiligheid? Benieuwd dit en veel meer ontdek je in De Antiterroristen De Europese strijd tegen het anarchisme 1890-1914 van Wouter Klem. 

Wouter Klem (1988) studeerde geschiedenis in Leiden. Hij promoveerde in 2020 aan de Universiteit Utrecht op zijn onderzoek naar de terrorisme- bestrijding van de late negentiende eeuw. 

Het boek De Antiterroristen De Europese strijd tegen het anarchisme 1890-1914 van Wouter Klem verschraling bij uitgeverij Prometheus in een paperback uitgave blz 461 prijs € 30,00 ISBN 9789044647020 verkrijgbaar in de boekhandel en online www.uitgeverijprometheus.nl  

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord