Heksenjacht – Een geschiedenis, over angst, repressie en vrouwenhaat door Dick Harrison

by Gustave Min

Heksen spreken al sinds mensenheugenis tot de verbeelding. Ze eten kinderen, brouwen toverdrankjes in een ketel, vliegen op bezems en dansen met de duivel. Echter had deze verbeelding voor tienduizenden onschuldige vrouwen verschrikkelijke consequenties. Ze werden verbannen, besmeurd, aangeklaagd, mishandeld, veroordeeld en verbrand of vermoord. Soms omdat ze als vreemd of gevaarlijk werden gezien, vaak alleen omdat ze ‘anders’ waren dan de gevestigde samenleving. 

In Heksenjacht onderzoekt Harrison de volledige geschiedenis van heksen, hekserij en heksenvervolging. Van de toverij van de oudste oudheid, met een focus op de heksen-jachten van de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw, tot aan een conceptualisatie van heksen in de twintigste en eenentwintigste eeuw. 

Dit boek heeft een sterke focus op Noord- en West-Europa, met name Scandinavië en Nederland, met een diepgaande analyse van concrete Noordwest-Europese voorbeelden. Tegelijkertijd is ervoor gekozen om de processen tegen een grotere Europese achtergrond in beeld te brengen. De redenen zijn tweeledig.  

Een grondigere historische terugblik is nodig als we de redenen achter de krankzinnige en bloedstollende excessen van de heksenvervolgingen willen begrijpen. We beginnen in de oudste oudheid, zoeken ons een weg door de klassieke oudheid en bereiken dan de middeleeuwen, waar de fundamenten werden gelegd voor de rampspoed van de volgende eeuwen. 

Hekserij bestaat, net als het idee van toverij hoogstwaarschijnlijk al zolang de menselijke samenleving bestaat. In wezen komt de magie – de dromen en de handelingen – voort uit een menselijk verlangen om de natuur te manipuleren. Aan het begin van de geschiedenis kwamen de stromingen samen die later zouden worden bestempeld met termen als religie, technologie, geneeskunde, toverij en bijgeloof. 

In het eerste hoofdstuk neemt de auteur ons mee langs grotschilderingen, beeldjes en rotstekeningen, naar je ziel aan de duivel verkopen tot dokter Faust. 

Orléans-ketters, Waldenzen en Tempeliers. 

De eerste gedocumenteerde ketters in het hoogmiddeleeuwse West-Europa waren kort na 1020 actief in de Franse stad Orléans. Ze werden beschermd door koningin Constance, mogelijk om politieke redenen zij was een actieve machtspersoon die intriges binnen en buiten de familiekring aanwakkerde. Gelukkig voor de kerk was het een in aantallen beperkte spirituele stroming binnen de geestelijkheid van de stad en de kathedraal. Afgaand op de bronnen waren de ketters voorstander van een ascetische levensstijl – celibaat, vegetarisme en missie – en verzetten ze zich tegen de wereldse rijkdom die de kerk ten deel viel. De ketters van Orléans zouden ook afstand hebben genomen van kerkelijke sacramenten en verschillende religieuze stellingen, zoals de maagdelijke geboorte, maar hoeveel van deze beweringen correct zijn, is onmogelijk helder te krijgen. Lang niet alles wat over ketters is beweerd, is waar gebleken. 

De laatste bevinding is de moeite waard om te benadrukken. Veel van de ketterij die aan de priesters van Orléans wordt toegeschreven, lijkt te berusten op misverstanden of opzettelijke roddels. Een van de meer fantasierijke geruchten die door de vijanden van de kleine sekte werden verspreid, is dat ze zich bezighielden met seksorgieën, op het kruis spuugden en Satan aanbaden in geheime nachtelijke ceremonies; dezelfde beschuldigingen die eeuwen later zouden worden geuit tegen vermeende heksen. Het bestaan van de sekte eindigde abrupt toen in 1022 een tiental leden werd gearresteerd, schuldig bevonden en de dood op de brandstapel vond. 

Slechts een paar jaar later werd in Noord-Frankrijk een nieuwe ketterse sekte ontdekt. De ketters, geleid door de Italiaan Gundolfo, verwierpen de kerkelijke sacramenten en predikten een strenge morele leer. Die was er voornamelijk op gebaseerd dat de enige manier om de eeuwige gelukzaligheid van de ziel te bereiken was om ascetisch te leven, hard te werken, liefdadigheid te beoefenen en geen geweld te gebruiken. De autoriteiten traden resoluut op tegen de beweging. In alle opzichten was het vrij gemakkelijk om de misleide leden van de sekte ertoe te brengen hun wandaden toe te geven en opnieuw in de kerk te laten opnemen. 

Als we onze blik verleggen naar de Nederlanden, vinden we een ketter genaamd Tanchelm, die aan het begin van de volgende eeuw actief was. Zijn afkomst en vroege jaren zijn onbekend, maar we weten wel dat hij tegen 1112 predikte in Antwerpen, Brabant, Vlaanderen en nabijgelegen provincies. Tanchelms kerkkritische boodschap was vooral dat de geestelijkheid de ware christelijke moraal achter zich had gelaten en corrupt was geworden, iets wat moest worden verholpen door ze te dwingen tot het celibaat en de verbeurdverklaring van de inkomsten van de tienden. Na een zwervend leven, wat leidde tot een periode van gevangenschap in Keulen, werd hij in 1115 door een priester vermoord. Tanchelms volgelingen verspreidden zijn ideeën verder, niet in de laatste plaats in Antwerpen, wat leidde tot diepe conflicten met Norbertus van Xanten, de stichter van de norbertijner orde. 

Historicus Dick Harrison werpt licht op de culturele en politieke situaties die ten grondslag lagen aan het geloof in en het vervolgen van heksen en hekserij, waaronder oorlog, morele paniek en de kettervervolging.  

Hij legt uit hoe in al deze gevallen talloze vrouwen de ideale zondebok bleven. 

In vijf hoofdstukken gidst de auteur ons op meesterlijke wijze door deze interessante wereld van heksen, duivels en toverij. 

Ik ken een tiende als ik hekkenruiters  

in de luchten zie dansen  

dan tover ik zo dat ze verdwalen  

van hun vroegere vorm  

van hun eerdere geest.  

Hávamál in de Edda, strofe 155, vert. Marcel Otten. 

Een toegankelijke studie met prachtige illustraties die de volledige geschiedenis van heksen en heksenvervolging in schrift en beeld brengt. 

Dick Harrison is hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Lund in Zweden. Hij schrijft blogs, artikelen, romans en boeken en maakt tv-documentaires over Europese en Zweedse geschiedenis. Zijn werk is vertaald in het Deens, Noors, Duits en Nederlands. Voor de Nederlandstalige editie van Heksenjacht heeft Harrison de tekst herzien en voorzien van voorbeelden uit de Lage Landen. 

Heksenjacht 

Een geschiedenis, over angst, repressie en vrouwenhaat door Dick Harrison verscheen bij uitgeverij Omniboek in een geïllustreerde hardcover uitgave blz 412 € 34,99 verkrijgbaar in de boekhandel als online ISBN 9789401920087 www.omniboek.nl 

 

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord