Edward De Maesschalck, historicus en auteur van de prachtige boeken zoals De Bourgondische vorsten en De Graven van Vlaanderen, Oranje tegen Spanje om maar enkele te noemen, publiceerde dit maal een spraakmakende titel over de vrouwen tijdens de Bourgondische periode (14de tot begin 16de eeuw).
Van de Vlaamse gravin Margaretha van Male tot de landvoogdes Margaretha van Oostenrijk de dochter van de keizer van het heilig roomse rijk Maximiliaan van Habsburg.
De Bourgondische en latere Bourgondische-Habsburgische periode worden geboekstaafd als gouden tijden voor de lage landen zoals o.a. de eerste eenmaking van een lappendeken van Graafschappen, hertogdomen… door hertog Filips de Goede in de jaren 30 van de 15de eeuw zoals wij het kennen de Lage Landen bij de zee.
Maar wie zijn nu die vrouwen aan het hof, edelvrouwen, schrijfsters de mythische Jeanne d’Arc tot een schaakstuk op een politiek bord de Hollandse gravin Jacoba van Beieren.
De vrouwen verzetten zich, soms met de moed der wanhoop, tegen deze evolutie de Bourgondische periode was in alle opzichten voorspoedig maar niet voor de positie van de edelvrouw. In deze overgangstijd van middeleeuwen naar renaissance pikten mannen het niet langer dat vrouwen in eigen naam bestuurden. Uit al deze interessante vrouwen en historische duidingen en vertellingen neem ik een kleine kijk op Christine de Pisan.
Christine de Pisan (+ 1430)
De eerste vrouw die alarm sloeg.
Christine was niet afkerig van de hoofse liefde, want ze schreef zelf heel wat balladen, maar ze ergerde zich wel groen en geel aan de evolutie die de hoofse liefde in haar tijd moest ondergaan: van iets puurs en magisch naar een dierlijke zucht tot bevrediging, of anders gezegd: van verliefdheid naar seks.
Dat was vooral het geval in het tweede deel van de Roman de la Rose, geschreven door de Parijse jurist Jean de Meung (circa 1285). Christine werd vooral getroffen door de cynische ondertoon, die vrouwen beschreef als leugenachtige en onbetrouwbare verleidsters. Volgens Christine had in de Roman de la Rose de rede (‘la raison’) het gewonnen van de broer Minne (‘l’amour’).
De Parijse universiteit werd algauw de aartsvijand van Christine. Ooit waren edelvrouwen, maar ook religieuzen en in het bijzonder de mystieke schrijfsters, meer dan geletterd en hoefden ze niet voor de mannen onder te doen, maar door de opkomst van de universiteit (vooral na 1200) werden ze steeds minder serieus genomen.
Haar beroemdste werk Le livre de la Cité des Dames uit 1405 scheef ze niet lang na haar frontale aanval op de Roman de la Rose en haar aanvaring met de universiteit van Parijs.
Vrouwen en studies in de late middeleeuwen.
Een van de belangrijkste passages uit de Stad der vrouwen is het vraagstuk of vrouwen nu eenmaal van nature minder intelligent zijn dan mannen, reden waarom ze geen hogere studies mogen doen. Die valse overtuiging, die nog meer dan vijfhonderd jaar zou voortleven, wordt in het werk van Christine de Pisan met grote nadruk ontkracht. Dat was dan ook voor haar, de geleerde en schrijvende vrouw, van wezenlijk belang:
Hier volgt een passage
Mannen houden vol dat het verstand van een vrouw maar een klein bevattingsvermogen heeft. Welnu het tegenovergestelde is waar. Ik zeg je dat, als het de gewoonte was om meisjes naar school te sturen en men hen daarna wetenschappen liet studeren, zoals men dat doet met jongens, dat zij dit even volmaakt zouden leren en de moeilijke dingen van alle kunsten en wetenschappen zouden begrijpen, zoals jongens dat doen. Vrouwen hebben een lichaam dat kwetsbaarder is dan dat van mannen, zwakker en minder geschikt voor het verrichten van bepaalde taken, maar juist daarom is hun denkvermogen meer bevrijd en scherper gericht op datgene waarop ze zich toeleggen…
En zo gaat het nog enkele passages verder.
Het boek neemt ons mee op een reis door de tijd van de late middeleeuwen en laat zien dat vrouwen zeker hun plaats in namen in een door mannen geregeerde wereld van een schrijfster en filosofe als Christine de Pisan of de stammoeder van het Bourgondische geslacht Margaretha van Male, tot Margaretha van Oostenrijk de landvoogdes van de Bourgondische-Habsburgische Nederlanden die alleen maar vrede nastreefde voor haar gebieden in een troebele periode met een neef die continue in oorlog was met alle grote machthebbers (Karel V van Habsburg).
Moed en Tegenspoed Edelvrouwen in de Bourgondische tijd van Edward De Maesschalck verscheen bij Uitgeverij Sterck & Devreese in een hardcover editie blz 304 prijs € 32,50. Verkrijgbaar in de betere boekhandel als online.