Familieverhalen, u kent ze wel. Zo was er ook in onze familie een knotsgek verhaal over een meisje dat op strafstudie een gedichtje had neergepend over een vogeltje dat Tjielp Tjielp zei… en dat wel een heel blad vol. Het gedichtje heette De mus. Het meisje werd onverbiddelijk door de nonnen verder gestraft.
Tot het kleine nichtje van datzelfde meisje meer dan veertig jaar later de gedichten van Jan Hanlo leest en het bizarre toeval ontdekt. En zo bizar als dit verhaal was ook het leven van schrijver en dichter Hanlo zelf. Hij werd uit Nederlands Brabantse ouders geboren in het Indonesische Bandung van 1912. Terug in Nederland woonde hij in Maastricht en Valkenburg en studeerde hij psychologie in Amsterdam. Na een psychose maakte hij een rondreis door Marokko waar hij een Tot-in-Venedig-achtige ervaring zou gehad hebben met een Marokkaanse jongen die ook heel even mee naar Nederland zou komen. Hanlo kwam om het leven in 1969, twee dagen na een motorongeval in Maastricht.
En zo bizar en divers als zijn leven was, zo zijn ook zijn gedichten. De ene keer is het een klankgedicht, de andere keer een visueel gedicht. soms lyrisch en dan weer strak afgelijnd. Soms een paar lijnen of letterklusters om vervolgens tot diepgang over te gaan. Soms ook speels en grappig.
In 2009 werd Tjielp Tjielp voor het eerst hardcover uitgegeven door de Amsterdamse uitgeverij van Oorschot. Guus Middag maakte een bonte selectie van 69 gedichten en schreef daarbij een inhoudelijk hoogst informatieve inleiding en nabeschouwing.
Zoals Middag het zelf stelt: Eigenlijk is Jan Hanlo de ideale dichter. Je kunt er zo mee beginnen, en het is altijd wel raak.