Tussen Oder en Zenne ligt een boodschap

by Knopskaya

De uit  Vilvoorde afkomstige Antwerpse auteur Joseph Pearce (°1951) is een kind van vlak na de oorlog, een thema dat hem bleef aangrijpen omwille van zijn familiegeschiedenis. Hij schreef 10 boeken, waarin het thema nooit ver weg is. Tussen Oder en Zenne, zijn nieuwste werk, is veeleer een portret. Niet alleen van zijn twee grootvaders, maar van de maatschappij van toen en eigenlijk ook een beetje van de samenleving van vandaag. Het kon geen grotere tegenstelling zijn; een grootvader die zich bij de Vlaams Nationalistische jeugd aansloot en een andere die van Joodse afkomst was. Het boek laat de evolutie zien van de levens van gewone families, hoe de gebeurtenissen op grote schaal de kleine dingen van alle dagen veranderen en hoe er soms ook heel drastisch wordt gehandeld of gereageerd. Een boek vol echte mensen die overgeleverd werden aan een onvoorspelbare wereld.

Wij spraken met de man achter de letters.

Joseph Pearce:

Ondanks wat u kan denken, ben ik opgegroeid bij mensen die het resultaat waren van de opvoeding door ruimdenkend uitgegroeide mensen. Dat wil zeggen dat ik niet dicht bij een of andere politieke strekking steun, maar wel dicht bij mensen sta die moeten vluchten.

Ik ben toen ik volwassen werd geïnteresseerd geraakt in geschiedenis. Mijn grootmoeder aan grootmoeders kant vertelde veel verhalen en ik wist dat mijn Joodse familie dus over de hele wereld was verspreid. Je hebt schrijvers die denken aan de toekomst, steeds vernieuwend willen wijn. Ik wil werken over wat er reeds is gebeurd, want daar valt nog zoveel uit te leren. Om een Pools schrijver te citeren: “Elke tijd is van nu”.

Wanneer je begint te graven, wil je steeds meer te weten komen. Mijn debuut ging over mijn Joodse familie die ik had opgezocht en bezocht. Intussen ben ik veel meer te weten gekomen. Dat gaf een goede stimulans om verder te schrijven.

Wat mijn grootvaders betreft vind ik dat we alles in zijn tijd moeten plaatsen en pas dan met de bril van vandaag mogen bekijken. De som blijft dezelfde; iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Mijn ene grootvader, die lid werd van het VNV was helemaal niet fascistisch gezind. Hij werd samen met zoveel andere jongens meegesleurd. Mijn andere grootvader was helemaal geen Duitse Jood, maar een Joodse Duitser. Hij dacht trouwens dat al die antisemitische waanideeën, waarvan de kiemen al aanwezig waren tijdens WOI,  wel zouden stoppen. Pas in 1938 merkte hij dat dat niet zo was en besefte hij dat hij weg moest, naar Palestina. Mensen hadden voor de oorlog nog de beste bedoelingen en dachten dat voor een of andere partij stemmen dé oplossing zou betekenen voor alles. Net daar zit het gevaar van propaganda, onschuldige mensen worden meegesleurd.

Mijn beide grootvaders maakten vanuit hun conservatieve achtergrond een transformatie mee naar ruimdenkend mens. Mijn Belgische grootvader had uiteindelijk een groothandel in koloniale waren. Dan kom je met alle nationaliteiten en soorten mensen in contact. Hij zei steeds dat al wat telde niet je afkomst was, maar het feit dat je een goed mens was. Het karakter primeert. Mijn Joodse grootvader werd zo ruimdenkend dat hij helemaal gene probleem zag in een huwelijk tussen zijn zoon en een katholiek meisje, mijn moeder dus.

Het is de geschiedenis waar we machteloos tegenover staan. Het is een stroom waarin je mee moet, of je dat nu wil of niet. Democratie adem je niet in, je moet er voor vechten. De propaganda is de onderstroom waarin je ongemerkt wordt meegevoerd. Zo wordt men telkens opnieuw slachtoffer van zaken en personen zoals dictators. Mensen geloven op die manier in wat hun wordt voorgeschoteld. Mijn grootvader had er bijvoorbeeld helemaal geen idee van dat het VNV geld kreeg van de nazi’s. Niemand wist dat. Gelijk hebben is één, maar nationalisme is gevaarlijk.

Een derde van de Vlamingen wil een sterke man aan het roer volgens de peilingen. Daar word ik bang van. Zeker omdat ik besef dat geschiedenis een cyclisch gegeven is. Ik probeer daarom open te staan voor iedereen. Je gaat mij niet vertellen dat een vluchteling ergens is vertrokken voor zijn plezier. Men staat er niet bij stil dat zo iemand alles en iedereen die hij of zij graag zag, heeft achtergelaten. Dat is hard.

Ik vind details belangrijk, het toont het leven van de mens zoals het toen was. Wij hebben alle dagen eten op ons bord, dat is vanzelfsprekend. Vroeger was tafelen iets waar je veel bewuster mee omging. Daarom laat ik het ook graag aan bod komen.

Zoals de Russisch-Duitse schrijfster en psycho-analytica Lou Andreas-Salomé  kort na WOI zei: samen met jou zijn is als eten tijdens een oorlog. Je eet ieder hapje traag, omdat het zo kostbaar is.

Uitgeverij Atlas Contact, 9789045040042, 287 blz. paperback

 

 

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord