Als ouder weiger ik het me voor te stellen. Wat het moet zijn om een kind te verliezen. Niet omdat ik via bijgeloof zou denken dat dat geluk brengt, eerder omdat ik me niet kan inbeelden wat er achter die deur van onmetelijk verdriet schuil kan houden. En zeker als die zoon dan nog zelfmoord pleegt, ogenschijnlijk uit het niets…
In ‘Waar geen reden is’ is dat precies wat het hoofdpersonage doormaakt. En in gesprek met haar zoon leert ze hem opnieuw kennen. Nu misschien echt. In het samenraapsel van haar gedachten, telkens hij voorbij komt. Op zoek naar antwoorden. Naar betekenis. Naar verbinding. Naar begrip.
En dat doet Yigun Li in prachtige taal, met bijzondere aandacht voor de herkomst en precieze betekenis van elk woord. Want wat bedoelen we als we precies die woorden gebruiken? Hoe vormt onze taal mee onze emoties?
In verstillende zinnen, zinnen die verdiepen en vertragen. Zinnen die me het boek bij momenten deed wegleggen, omdat ze zo hard binnenkomen en me deden stilstaan.
Het is een boek van slechts 142 pagina’s, maar het is geen sprinter. Het is dun maar gelaagd. De pijn en het gemis zijn overal aanwezig. Het verdriet is de drijfveer in de zoektocht naar een plaats voor de emoties. Naar die manier om door de taal verder te kunnen met het leven.
Dat de schrijftster zelf een zoon is verloren aan zelfmoord doet je steeds twijfelen waar de fictie eindigt en het eigen verhaal begint. En in hoeverre Yigun Li door dit boek zelf de taal heeft gevonden om de blik naar de toekomst te kunnen richten.
Het doet me stilstaan.