Fidelio van Ludwig Van Beethoven, een sprookje over ware liefde… Met dat idee trok ik met mijn zesjarige dochter naar de voorstelling van Walpurgis & HetPaleis in samenwerking met het Théâtre de Saint-Quentin-en-Yvelines.
Het werd een zeer aparte ervaring, en dit op meerdere vlakken. Alles begon met de projectie van een manifestatie, achter een slapende Léonore. Wanneer Léonore ontwaakt, maakt ze door het afknippen van haar lange lokken duidelijk dat ze nu de rol aanneemt van Fidelio. Ze zal alles doen om haar Florestan te redden, die neergezet is als een allochtone activist die tijdens een betoging werd gevangen genomen. Deze benadering was best even schrikken, maar had nauwelijks invloed op de artistieke benadering van het geheel.
Het moet gezegd worden. De kostuums waren zeer mooi in al hun eenvoud. Het geheel kwam zeer tijdloos over. De drie zangers, twee sopranen en een bariton, zongen overtuigend. Vooral de samenzang was zeer sterk. Alles werd nog intenser gemaakt door de zangers zich tussen de kinderen te laten bewegen. De kinderen zelf leken echt overtuigd van het verhaal, zonder er naar mijn indruk de agenda achter te ervaren. En misschien was dit ook maar best. Kinderen dienen getroffen te worden door de kracht van de muziek, de schoonheid.
Op het moment dat ik me echt enorm vermaakte in de prachtig opgestelde donderpreek die Pizarro gaf, net op dat moment, scandeerde de kwade Pizarro termen als “makak” en “van dat soort mensen met hun termen zoals Hart boven Hard”. Gelukkig snapten de kinderen in het gezelschap dit duidelijk niet.
Nogmaals, de zang en het verhaal zonder het manifest waren extreem mooi gebracht. Bij de bevrijding van Florestan werd de Mondscheinsonate extreem ontroerend gebracht. De kinderen hun mond viel haast open. Florestan was zwaar vermagerd en werd uitgebeeld door een pop die op bijna natuurlijke wijze mee bewoog en in Léonores armen lag. Ook het vrijlaten van alle andere gevangenen was prachtig. De kinderen zongen overtuigd mee met de “Ode aan de vrede”. Plots kwamen er allemaal houten “mannen” rechtop te staan, uitgesneden uit het podium. Het applaus dat hierop volgde, was meer dan welverdiend.
Maar dat manifest, dat ook in het programmaboekje duidelijk wordt benadrukt, was dit nu echt nodig? Volgens mij dient bij een sprookjesopera de muziek naar de kinderen gebracht te worden en niet de politiek, vanuit welke richting dan ook en hoe goed bedoeld dan ook. Volgens mij was dit niet Beethovens bedoeling.
Dit gezegd zijnde, onze zesjarige co-recensente, zij vraagt nog van dit. En liefst zo snel mogelijk!