KEW Cello 2017: Nabeschouwing

by Knopskaya

De jury besliste voor de eerste Koningin Elisabeth Wedstrijd Cello te gaan voor de kandidaat met de muzikaal meeste correct afgewerkte uitvoering van het opgelegde werk Sublimation van de Japanse componist Toshio Hosakawa en vervolgens de meest muzikale uitvoering van het Concerto n. 1 in Es op. 107 van Dmitri Shostakovich. Een zeer virtuoos stuk trouwens, waarin iedere vorm van overacting fataal kan zijn.

Indien men de achterliggende gedachte bij de jury volgt, is hij ook de meest correcte winnaar. Wanneer men zich laat leiden door charisma, emotie en etnische invloeden moet men ook de keuze maken door welke men zich laat leiden. En is de romanticus dan meer of minder waard dan de dromer of de relativist? Is een Latijns Amerikaanse insteek meer of minder te appreciëren dan een Slavische? Teruggaan naar de essentie, namelijk de muzikaliteit was een terechte en onbetwistbare keuze.

Eerste prijs, prijs Koningin Mathilde – 25.000 euro

Victor Julien-Lafferière (Frankrijk, 1990). Zoals eerder gezegd, hij speelde hoe het moest. Wanneer er extra emotie te bespeuren viel, was het ironie. En dat was een beetje de grappige insteek die Shostakovich net in zijn compositie legde. Ook het opgelegde stuk was muzikaal netjes en in orde. Het was de laatste avond van de finale en hij moest het opnemen tegen de Wit-Rus Ivan Karizna. Deze speelde met Slavisch charisma.

Tweede prijs, prijs Eugène Ysaÿe – 20.000 euro

Yuya Okamoto (Japan, 1994) was de zenmeester van deze wedstrijd. Hij verstond de Japanse compositie als geen ander. Men kon daadwerkelijk in de cello de zang van een monnik horen. Op de achtergrond fungeerde het orkest als woeste natuurkracht. Zijn zengevoel zorgde achteraf voor een evenwichtige en boeiende opvoering van het Concerto n. 2 in b op. 104 B 191 van Antonín Dvořák

Derde prijs, prijs graaf de Launoit – 17.000 euro

Santiago Cañón‐Valencia (Colombia, 1995) is in zijn thuisland een soort van popster. Maar laat u niet misleiden door zijn charismatische uiterlijk en lange lokken. Hij is een kandidaat met beroepsernst en wordt gekenmerkt door integriteit. De avond van zijn verschijning werd verwarrend. Hij liet zijn charisma thuis en speelde een serenere versie van het Concerto n. 1 in Es op. 107 van Dmitri Shostakovich. Zijn strijkstok werd door een ongelukkige beweging van dirigent Stéphane Denève even weggeslagen. Dit was tijdens een interval, de strijkstok werd gerecupereerd en er werd verdergespeeld alsof er niets was gebeurd. Een mooie versie van Sublimation trouwens. Sommigen hoorden er wat Latinoklanken in.

Vierde prijs, prijs van de Duitstalige gemeenschap – 12.500 euro

Aurélien Pascal (Frankrijk, 1994)was van in het begin een publiekslieveling. Hij speelde met grote emotie het Concerto n. 1 in Es op. 107 van Dmitri Shostakovich. Hier en daar was de klank echter niet constant. Er traden wat pieken en dalen op, maar toch kon zijn versie door het publiek enorm worden gesmaakt. Het voelde vooral oprecht aan. Zijn vierde plaats is dan ook oprecht verdiend.

Vijfde prijs, prijs van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – 10.000 euro

Ivan Karizna (Wit-Rusland, 1992)had gerust hoger mogen of kunnen eindigen. Hij waaide als een Slavische wervelwind door de Henri Leboeufzaal. Zijn cello zong en wilde ons meenemen naar het Oosten. Hij bracht een stevige en geladen versie van het Concerto n. 1 in Es op. 107 van Dmitri Shostakovich. Zijn versie van Sublimation was ook emotioneel geladen, met Slavische inslag.

Hij kreeg de Publieksprijs van Klara en Canvas. Van deze jongen hoort u nog.

Zesde prijs, prijs van de Stad Brussel – 8000 euro

Brannon Cho (VSA, 1994) werd de eerste helft van de wedstrijd getipt als potentiële winnaar. Toch bleek achteraf dat de versies van de andere finalisten van Sublimation dag op dag sterker werden. Zijn uitvoering van het Concerto n. 1 in Es op. 107 van Dmitri Shostakovich was krachtig en virtuoos. Vermoedelijk was hij hoger geëindigd indien hij later aan de beurt was gekomen tijdens de finaleweek.

Tweede helft laureaten, 4000 euro van de Nationale Loterijen

Suengmin Kang (Zuid-Korea, 1987): Deze Zuid-Koreaanse speelde emotioneel heel erg geladen, zowel in het opgelegde stuk als tijdens haar versie van het Concerto n. 2 in b op. 104 B 191 van Antonín Dvořák. Vermoedelijk heeft haar totaalbeleving de focus van de muziek afgehaald. Desondanks was het sterk om naar te kijken.

Jeonghyoun Lee (Zuid-Korea, 1991): Van haar kan men enkel maar houden. Bij aanvang van Sublimation brak ze twee snaren. Ze plukte het moment en herbegon alsof er niets was gebeurd. Dapper en realistisch. Haar stijl is zeer eigen. Ze gaat voor totaalbeleving en laat de luisteraar kennis maken met een zeer eigen pallet. Je bent ervoor of je bent ertegen. Haar versie van het Concerto in a op. 129 van Robert Schumann was de sterkere van de twee tijdens deze finale.

Bruno Philippe (Frankrijk, 1993) was onmiddellijk een publiekslieveling. Hij bracht een romantische versie van het Concerto n. 2 in b op. 104 B 191 van Antonín Dvořák. Hij genoot van de interactie met het orkest en ging op in het gevoel. Misschien had hij beter voor het Concerto in a op. 129 van Robert Schumann gekozen, gezien zijn stijl.

Sihao He (China, 1993) kwam als eerste finalist aan de beurt. Hij had dan weer beter het omgekeerde gedaan en gekozen voor het Concerto n. 2 in b op. 104 B 191 van Antonín Dvořák in plaats van het Concerto in a op. 129 van Robert Schumann. Hij kreeg ook de vuurproef voor Sublimation, waarbij hij niet echt durfde doorspelen. Hij had gewoon de pech de eerste te zijn en te moeten aftasten.

Maciej Kułakowski (Polen, 1996).  Zijn stijl kan men in één woord omschrijven en dat is fragiel. De breekbaarheid die hij in zijn versie van  het Concerto n. 1 in Es op. 107 van Dmitri Shostakovich legde, was om stil van te worden. En zo had Shotsakovich het nu eenmaal niet bedoeld. Had de jury oprechte emotie laten overwinnen, was hij zeker bij de eerste 6 geweest. Hij vraagt naar nog.

Yan Levionnois (Frankrijk, 1990) is een mooie muzikant om bezig te zien. Hij voelt zich in zijn natuurlijke habitat op het podium, geniet van het contact met het orkest en wordt er best wat dromerig van. Hierdoor traden er slordigheden op tijdens zowel het opgelegde stuk Sublimation, als tijdens het Concerto n. 2 in b op. 104 B 191 van Antonín Dvořák. Het is mooi nog eens een muzikant te zien die met zoveel levensvreugde op het podium staat.

De jury voorgezeten door Dhr. Arie Van Lysebeth: Gauthier Capuçon, Marta Casals Istomin, Henri Demarquette, Roel Dieltiens, David Geringas, Natalia Gutman, Marie Hallynck, Frans Helmerson, Gary Hoffman, Anssi Karttunen, Mischa Maisky, Antonio Meneses, Truls Mørk, Jian Wang en Pieter Wispelwey

Herbekijken? Klik hier.


  • WAT: Nabeschouwing proclamatie Koningin Elisabeth Wedstrijd cello 2017
  • WIE: Victor Julien-Lafferière
  • WAAR: BOZAR
  • WANNEER: Zaterdag, 3 juni 2017
  • Foto’s: © Canvas, KEW
Victor Julien-Laferrière
Yuya Okamoto
Aurélien Pascal
Ivan Karizna
Bruno Philippe
Maciej Kułakowski

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord