Hoboïste Nele Vertommen, samen met artistiek leider Beniamino Paganini, medebezielster van het ensemble Musica is altijd gebeten geweest door het rijke repertoire van oude muziek. Ze is dan ook voortdurend op zoek naar nieuwe ontdekkingen en vergeten genialiteit. Zo kwam ze via een cataloog, haar geschonken door Paganini – die op deze opname aan het orgel en de klavecimbel te horen is – in de online Berlijnse collectie terecht en zo ook op het spoor van zeventiende eeuwse muziek waarbij ook haar instrument een belangrijke vroege rol speelde. Ze stootte op cantates die allemaal aan één handschrift toe te schrijven waren, namelijk dat van Georg Österreich. Ze verdiepte zich verder in zijn werk en leven dankzij het referentiewerk van Konrad Küster. Ze nam met hem contact op, en na een intense mailconversatie groeide de aanzet tot dit programma. Zo kwam ze ook in contact met Österreichs leerlingen, tijdgenoten en collega’s. Elk met hun eigen timbre en stijl, maar even fascinerend. Een opname meer dan waard. Zo ontstond dan ook het eerste project van Musica Gloria met vocale muziek.
Österreich moet in zijn tijd niet erg bekend geweest zijn. Het meeste van zijn collectie was gekend onder de naam van Heinrich Bokemeyer (op deze opname hoort u ook muziek van zijn hand), de man die er als tweede voor instond. Zijn eigen werk werd nauwelijks opgevoerd. Zelf moet hij nochtans van alle markten zijn thuis geweest. Hij begon als zanger, maar was ook instrumentaal sterk wijzen zijn composities uit. Hij had met andere woorden genoeg kennis om te weten wat hij in zijn collectie, waaraan hij 12 jaar werkte, thuishoorde. Van daaruit resulteren dan ook zijn eigen composities, die heel erg de moeite waard blijken. Deze opname geeft dan ook blijk aan niet alleen de diversiteit binnen zijn eigen werk, maar ook de wereld van de Noord Duitse componisten rond 1700.
Wat vooral opvalt aan deze muziek is een zeer speels en verfrissend aspect. Het is muziek die niet dwingt. Ze wil niet de meest virtuoze zijn of de meest lijdzame, maar toch zit alle virtuositeit en lijdzaamheid er zonder overdaad zeer fijnzinnig in verpakt. De overdaad van de zware barok drukt zijn stempel nog niet door en maakt plaats voor luchtigheid. Een genot dat als het ware als een soort van lentegevoel binnenkomt en toch genoeg expressiviteit bezit om de gevoelige snaar te raken. Dit wordt bijzonder kleurrijk en bovendien historisch correct neergezet door het ensemble. Zo werd er ook nauwkeurig op zoek gegaan naar een orgel afkomstig uit de juiste tijdsperiode en regio. Het plaatje klopt en een tijdperk komt in deze opname letterlijk terug tot leven.
Et’cetera Records KTC 1819 http://www.outhere-music.com