Het kwartet bestaat uit vier goede vrienden, die zijn opgegroeid met het samen spelen van folk en klassieke muziek in jeugdorkesten en muziekscholen in heel Schotland. De groep begon officieel in 2010 aan het Royal Conservatoire of Scotland, waar de stichtende leden elkaar ontmoetten als postdoctorale studenten. In 2011 werd het Maxwell Quartet uitgeroepen tot Residency Artists for Enterprise Music Scotland 2011–2013, waarbij tijdens hun tweejarige ambtstermijn verschillende veelgeprezen concerttournees plaatsvonden.
Na twee veelgeprezen albums rondt het Maxwell Quartet zijn Haydn–miniserie af met de twee Op. 77 strijkkwartetten van de componist, afgewisseld met de kenmerkende combinatie van Schotse volksmuziek. Het kwartet, dat bekend is geworden om zijn ‘aanstekelijke enthousiasme‘ en ‘onweerstaanbare‘ spel (BBC Music Magazine), toont zijn meeslepende vertelkunst met Haydns laatste uitstapje in het genre. De twee kwartetten balanceren en vullen elkaar perfect aan: het ene briljant, raadselachtig, jeugdig en licht, het andere weloverwogen, nobel en met een zekere mate van gravitas.
De complementaire keuze van de Schotse volksmuziek is al even evenwichtig, variërend van het vrolijke – The Marquis of Tullibardine, Captain Campbell‘s March, etc. – tot het meer sombere – Hector the Hero. Het knap geconstrueerde programma belichaamt het aforisme van Hatto Beyerle (de mentor van het Maxwell Quartet aan wie dit album werd opgedragen): ‘Om Haydns muziek echt te begrijpen, moet je eerst volksmuziek begrijpen.’
Dit is een bijzonder vrolijk en optimistisch album dat bewijst hoe universeel de muziek van Joseph Haydn is. Het jeugdige en lichte binnen de opus 77 van Haydn, past perfect in het plaatje van de opzwierende Schotse folkinvloeden die er door het kwartet aan worden gekoppeld. Het begint met een schalkse mars, waaraan dan ook een stukje Schotse mars kan worden gekoppeld. Krachtig en vrolijk. En op deze manier weet het kwartet het hele stuk “te vullen” met folkinvloeden. Met respect voor het origineel wordt iedere beweging die Haydn maakte in zijn stuk uitgeplozen, van speels tot lyrisch. Ritmisch wordt alles ontleed en gekoppeld aan folkklanken.
Het is een bijzondere en verfrissende andere benadering van klassieke muziek, maar zo heel gek is het toch niet. Het bewijst dat zoveel stijlen hun oorsprong gevonden hebben binnen de wetten van het klassiek, zoals bijvoorbeeld het belang van het contrapunt. Het is niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk teruggrijpen naar muzikale roots naast etnische roots. Het geeft weer dat de muziek van toen een onuitputtelijke bron is van inspiratie waar we het einde nog niet van hebben gezien.
Linn records CKD 741 http://www.outhere-music.com