Théo Ould, een jonge Franse accordeonist met een onmiskenbare flair voor kleur en dramatiek, brengt met Piazzolla: Balada para un loco een eerbetoon aan de Argentijnse meester waarin virtuositeit en verfijnde muzikale verbeelding samenvloeien. Waar vele uitvoeringen van Piazzolla’s muziek zich verliezen in effect of sentimentaliteit, kiest Ould voor een aanpak die tegelijk gepassioneerd en doorzichtig is. Zijn spel bezit een opmerkelijke controle over frasering en ademhaling, waardoor de accordeon ademt als een stem, niet als een machine. Het instrument wordt een verlengstuk van de melodie, en de klank krijgt een menselijke warmte die doet vergeten dat dit repertoire oorspronkelijk uit de wereld van de tango komt.
De samenwerking met het Quatuor Bilitis, contrabassist Blanche Stromboni en mezzosopraan Marina Viotti versterkt die balans tussen emotie en precisie. De arrangementen zijn zorgvuldig uitgewerkt: de strijkers leveren een fluwelen bedding waarin het accordeon zich kan ontvouwen, zonder ooit te overheersen. De aanwezigheid van Viotti in de titeltrack “Balada para un loco” voegt een theatrale dimensie toe; haar stem weeft zich met Oulds accordeon tot een dialoog waarin waanzin en tederheid elkaar raken. De keuze voor deze bezetting getuigt van een subtiel begrip van Piazzolla’s hybride stijl, waarin klassieke structuren, jazzachtige vrijheid en volksmuziek voortdurend in wisselwerking staan.
Wat opvalt is de aandacht voor nuance. In werken als Oblivion en Adiós Nonino zoekt Ould niet de directe ontlading, maar de spanning die schuilt in het terughouden van emotie. Zijn rubato is weloverwogen, zijn tempi ademen een natuurlijke elasticiteit. Zelfs in de vurige ritmes van Libertango of La Muerte del Ángel blijft het spel elegant, nooit brutaal. Deze beheersing maakt de muziek niet afstandelijk, maar juist intens: het is de beheersing van iemand die de storm kent en kiest om hem van binnenuit te laten klinken.
De opname, helder en ruimtelijk, ondersteunt dat intieme karakter. Elke stem is hoorbaar, elke boogstreek en elke ademhaling draagt bij aan de architectuur van het geheel. De productie van Alpha Classics blijft trouw aan zijn reputatie voor klankzuiverheid en artistieke coherentie. Toch is dit geen gladde, academische lezing van Piazzolla: er zit leven, rafeling en poëzie in, een gevoel dat de muziek voortdurend balanceert tussen melancholie en extase.
Balada para un loco laat horen dat Théo Ould meer is dan een virtuoos: hij is een verteller. Zijn interpretatie van Piazzolla’s wereld is geen nostalgische terugblik, maar een levendige reconstructie van de emotionele energie die deze muziek nog altijd draagt. Hij toont hoe de tango nuevo niet enkel dansmuziek is, maar een expressie van identiteit, verlangen en overleven. In zijn handen wordt Piazzolla’s taal opnieuw actueel, alsof de stad Buenos Aires – met haar chaos, licht en eenzaamheid – even door de balg van een accordeon ademt. Het resultaat is een opname die overtuigt door haar eerlijkheid en die de luisteraar niet enkel raakt, maar ook tot luisteren aanzet: naar de stilte achter de klank, en naar de adem van een componist die in deze jonge musicus een integere erfgenaam vindt.
Alpha 1181 http://www.outhere-music.com