Foto’s @Yoshie Kuwayama – Motion in Silence
De twee laatste concerten van dit festival vol durf eindigden op de vertrouwde plaatsen in Mortsel en Hoboken. Het lijkt me dat de organisatoren daar een vaste plek hebben gevonden, waar kamermuziek volledig tot zijn recht kan komen in twee welklinkende ruimtes.
Zowel in het Auditorium van Muziekacademie van Mortsel als in Kasteel Sorghvliedt was er terug heel wat belangstelling, al leek ze meer wat minder dan verleden jaar. Waar de oorzaak ligt is aan de organisatoren om uit te zoeken. Voor elk concert waren er dit jaar telkenmale drie ensembles aangetrokken die elkaar afwisselden, zodat de melomanen van de ene naar de andere klankwereld werden geleid.
In Mortsel kwam het erg internationaal samengestelde Pianokwartet Mirra uitpakken met twee werken. Een pianokwartet van Victor Legley, vroeger één van de boegbeelden van ons muziekleven, leerling van Jean Absil, en die het via een directieplaats binnen de toenmalige BRT schopte tot voorzitter van Sabam en compositieleraar aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Het werk is een schoolvoorbeeld van de moderne muziek in België uit de jaren 60 en 70. Klank om de klank en de dissonanten met plezier rondstrooien. Erg verrassend in dit Pianokwartet op.81 was de Fuga die gebruik maakte van een erg hoekig en niet alledaags thema. Het andere werk voor pianokwartet kregen we pas als slotstuk. Het was
‘ Landschappen IX ‘(2020) van Wilfried Westerlinck. Het is het laatste werk in een reeks die de componist aanvatte in 1977. Het is een werk met vele facetten, zoals je kan kijken naar een landschap en steeds nieuwe dingen kan ontdekken. Hier geld dus grotendeel variatie en tegenstelling.
Clotilde Van Dieren , mezzosopraan, begeleid door Piet Kuijken brachten op een sublieme manier de Liederen op.17 van Frank Van der Stucken, die samen met Jan Blockx studeerde maar die vooral carrière maakte als dirigent van het Cincinnati Symphony Orchestra. Regelmatig kwam hij terug naar Europa ondermeer als docent aan het Mozarteum . De Liederen op.17 baden in de hoogromantiek met invloeden van Wagner en Richard Strauss. Duidelijk een kolfje voor Clotilde Van Dieren die deze met grote emotionaliteit en overtuiging wits te brengen en daarin werd gedragen door het accurate spel van Piet Kuijken Een prachtig lied duo !
Het Duo Altiler lijkt een abonnement te hebben gekregen in Klankdomein. Elk jaar zijn zij van de partij, en steeds blijven ze ons verbazen om zoveel muzikaal plezier. Ditmaal was het met een kort werkje van Jan Van der Roost, gevolgd door een erg uitgebreid Poëma van Henry Sarly. Een ware ontdekking: rijke harmonie, uitgewerkte brede bogen, virtuositeit en een muzikaal verhaal dat u aangrijpt. Véronique De Raedemaeker en Alexander De Clercq speelden met ernst, bravoure een artistiek geloof . Ze kregen dan ook een groot applaus van een dankbaar publiek.
In Hoboken vond het slotconcert plaats in de mooie zaal van het Kasteel Sorghvliedt. Hier een programma waar er geen gebruik werd gemaakt van een piano. Het concert gaat in samen werking met het Cultureel Centrum Gravenhof, en trekt steeds aardig wat concertgangers.
Aquarel III van de jarige Wilfried Westerlinck voor altfluitsolo werd toevertrouwd aan Tille Van Gastel, ook een vaste waarde in dit festival. Het is een verhalende compositie die zich aarzelend en geleidelijk ontwikkelt naar gul uitgestrooide guirlandes om daarna nogal onverwachts terug te keren naar enkele beginideeën. Later bracht Tille Van Gastel ook nog een nogal koel solowerkje van Luc Brewaeys geschreven op zijn 18de. Het cello kwartet Cristiani werd vernoemd naar de Franse celliste Lise Cristiani die bekend werd als één van de eerste belangrijke vrouwelijke celliste maar die spijtig genoeg reeds overleed op haar 25ste. Vier dames van bij ons besloten om onder haar naam, het repertoire voor cellokwartet te ontdekken. En daar zijn nogal wat werken bij van Vlaams/ Belgische componisten. Zeer mooi is de Pièce Sonate op.9 van Prosper Van Eechaute. Het Cristiani kwartet speelde het vlot en met overtuiging. Mooie lyriek en virtuositeit gingen hier hand in hand. Ook het korte werkje van de Leuvenaar Jules De Swert, die lange tijd in Weimar werkte kreeg een mooie en sonore uitvoering. Heerlijk hoe een 4 celli kunnen klinken!
Het derde ensemble dat aan bod kwam was het Trio Becel. Van Alain Craens speelden ze Oasis , dat 25 jaar geleden ontstond. Het is compositie met vele fases die elkaar opvolgen en bijwijlen is het erg feeëriek, waarbij elk instrument zijn deel van de koek gul mag etaleren.
De aanwezige componist toonde zich duidelijk opgezet met de uitvoering. Noteren we dat er binnenkort een CD zal verschijnen van het Trio Becel, waar dit werk zal op te beluisteren zijn. Als slot speelde dit trio nog de Sonate uit 1948 die Arthur Meulemans schreef voor fluit, altviool en harp. Een degelijke compositie met een mooi dromerig maar donker middendeel en een dansend slotbeweging met wat volkse inslag..
Al de uitvoeders (8 dames en 1 heer) kregen een mooi slotapplaus waarna een gezellig drink werd aangeboden door Gravenhof – Hoboken. We kijken nu al uit naar wat Klankdomein komend jaar voor ons zal uitgedokterd hebben.
GL.
Zaterdag 18 .10.2025 – Auditorium Muziekacademie – 2640 Mortsel
Zondag 19.10.2025 – Kasteel Soghvliedt – 2660 Hoboken