Als we de nummering bekijken, liet Johann Sebastian Bach 1128 werken na, maar natuurlijk zijn het er nog veel meer geweest dan dat. Manuscripten zijn verloren geraakt of werden deels niet afgewerkt en belandden in de letterlijke schuif. Deze opname van orgelmuziek door Lorenzo Ghielmi bevat allemaal stukken die het hebben overleefd in fragmenten. Het is geen gemakkelijke opdracht om deze tot een bindend geheel te verwerken, maar het mag gezegd dat de stijl van de grootmeester volledig werd gerespecteerd.
enkele voorbeelden:
De fantasie in C groot BWV 573 bvb. stamt uit het klavierboekje dat hij voor zijn jonge vrouw Anna Magdalena schreef. Een stuk in vijf stemmen met een onafhankelijk stuk voor de pedalen dat duidelijk geïnspireerd werd door de Italiaanse stijl.
De Sonata in G mineur BWV 1001 werd oorspronkelijk geschreven voor viool solo in vier bewegingen. De tweede beweging werd echter voor orgel bewerkt en heeft de tand des tijds doorstaan. Vermoedelijk transcribeerde Bach het voor zijn studenten. Het was iets wat Bach eigenlijk vaak deed, zijn eigen materiaal hergebruiken. Dat is trouwens een van de fijne ervaringen die men met zijn muziek kan hebben, die kleine momenten van herkenning.
De meest gekende onafgewerkte compositie van Bach moet stammen uit the Art of Fugue BWV1018/19. Men zegt dat Bach in al zijn ijdelheid deze nog heeft wensen af te werken tijdens de laatste periode in zijn leven. Het ontbrekende stuk van deze compositie zou door Bach op een afzonderlijk kladblad geschreven zijn en dus nooit toegevoegd zijn aan het origineel hoe wij het de dag van vandaag kennen. Het is spijtig genoeg verloren gegaan.
Een bijzonder secuur werk dus om in de voetsporen van de componist te willen treden. Toch dient gezegd dat de aanvullingen nauwelijks te onderscheiden vallen van het origineel. Een porseleinen vaas die men heeft weten naadloos te lijmen, alsof het gesmolten is en gepolijst. Alles komt tot z’n recht. Hier is duidelijk jaren denkwerk aan vooraf gegaan, een meesterwerk dat best mogelijk Ghielmi’s levenswerk is. Bach, magistraal, zoals hij hoort te klinken. Een sterk staaltje period composing.
Passacaillie 1140 – http://www.outhere-music.com