Sandrine Piau en het Quatuor Psophos brengen met Quintette imaginaire een fijnzinnig geconstrueerd eerbetoon aan Schubert waarin stem en strijkers samensmelten tot één ademend geheel. Het concept, een denkbeeldig kwintet waarin liederen en kamermuziek elkaar ontmoeten, wordt gedragen door een opmerkelijk gevoel voor balans en kleur. De arrangementen zijn met zorg gemaakt: de liederen behouden hun lyrische kern, terwijl de strijkers het expressieve bereik vergroten zonder de intieme zeggingskracht van Schuberts idioom te verliezen. Wat onmiddellijk opvalt is de transparantie van de klank en de manier waarop de stem niet boven, maar ín het ensemble lijkt te zingen.
Piau’s interpretatie is beheerst en gevoelig. Ze vermijdt elke neiging tot overdrijving en richt haar aandacht op de natuurlijke stroom van de melodie. Haar timbre, helder maar met een zachte schaduw, past wonderwel bij de melancholische sfeer van veel van deze liederen. Ze zoekt nuance in plaats van nadruk, waardoor woorden en klanken gewicht krijgen door eenvoud. Haar frasering is zangerig en soepel, alsof de adem rechtstreeks voortvloeit uit de lijnen van de strijkers. De Psophos-musici beantwoorden dat met een subtiele, haast vocale manier van spelen. Hun toon is warm, nooit zwaar; de intonatie zuiver en het samenspel innig.
De keuze van de stukken schept een duidelijk dramaturgisch parcours: van jeugdige lyriek tot berusting en introspectie. Elk werk lijkt een andere facet van Schuberts gevoelswereld te tonen. De contrasten tussen instrumentale en vocale passages zijn bewust klein gehouden, waardoor het album een ononderbroken muzikale stroom vormt. Dit maakt de luisterervaring eerder contemplatief dan spectaculair. De muzikale spanningen ontvouwen zich geleidelijk, vaak in de subtielste details – een versluierd akkoord, een ademhaling, een kleine verschuiving in dynamiek.
De opnamekwaliteit draagt bij aan dat gevoel van intimiteit. De ruimte klinkt natuurlijk, met voldoende lucht rond de stem en het kwartet, zonder dat er afstand ontstaat. De productie heeft oog voor detail maar laat het menselijke karakter van de uitvoering intact: men hoort de aanraking van de snaren, de ademhaling van de zangeres, het organische ritme van musici die op elkaar vertrouwen.
Quintette imaginaire is geen groot gebaar, maar een geconcentreerde muzikale meditatie over wat Schuberts muziek tot op vandaag levend maakt: de fragiele balans tussen tederheid en weemoed, tussen verlangen en aanvaarding. Piau en het Quatuor Psophos vinden die balans met opmerkelijke rust en verfijning. Hun lezing overtuigt door eerlijkheid en eenvoud, en laat horen dat Schuberts meest intieme muziek niet gebaat is bij grandeur, maar bij aandacht – voor de stilte, voor het detail en voor de adem die de muziek tot leven wekt.
Alpha 1157 http://www.outhere-music.com