De uitvoering van Castor et Pollux in de versie van 1737, opgenomen door het Purcell Choir en het Orfeo Orchestra onder leiding van György Vashegyi, biedt een opmerkelijk helder en gebalanceerd beeld van Rameau’s vroege meesterwerk. Deze versie, die aanzienlijk verschilt van de herziening uit 1754, toont de componist op het moment dat hij zijn plaats aan de Franse operatop nog moest bevechten. De muziek bezit daardoor een rauwere energie, een grotere dramatische spanning en een inventiviteit die in deze uitvoering volledig tot zijn recht komt.
Het klankbeeld is van begin tot einde verzorgd en evenwichtig. Het orkest speelt met een doorzichtige textuur waarin de kleuren van de houtblazers en de warmte van de strijkers fraai tot hun recht komen. Vashegyi kiest voor een natuurlijke, vloeiende benadering, waarin het ritme nooit geforceerd wordt en de danskarakteristiek van Rameau’s muziek voortdurend voelbaar blijft. De continuo-groep ondersteunt discreet maar expressief, waardoor de zangers een solide fundament krijgen zonder dat het geheel zwaar wordt.
De vocale bezetting is homogeen en stijlbewust. Reinoud van Mechelen zingt een verfijnde Castor, met een soepele lijn en een subtiele emotionele lading die nooit in sentimentaliteit vervalt. Tassis Christoyannis geeft Pollux een edel profiel en een overtuigende vocale autoriteit. Judith van Wanroij brengt Télaïre tot leven met een fraai evenwicht tussen lyriek en helderheid, terwijl Véronique Gens als Phébé opnieuw bewijst hoe goed haar stem past bij het Franse barokidioom. De kleinere rollen worden met zorg ingevuld, en het koor van Purcell zingt met opmerkelijke articulatie en transparantie, wat het collectieve karakter van Rameau’s muziek extra benadrukt.
Wat deze uitvoering bijzonder maakt, is de aandacht voor retoriek en detail. Vashegyi en zijn ensemble vermijden de neiging tot overdrijving die soms in moderne uitvoeringen sluipt; in plaats daarvan zoeken ze naar een poëtisch evenwicht tussen theater en contemplatie. De vele instrumentale tussenstukken en dansen krijgen een bijna schilderachtige levendigheid, zonder dat de dramatische lijn verloren gaat.
De opnamekwaliteit is voorbeeldig. De akoestiek biedt ruimte aan de stemmen zonder het orkest naar de achtergrond te duwen. De balans is natuurlijk en ruimtelijk, zodat de luisteraar zowel de helderheid van de individuele lijnen als de breedte van het ensemble ervaart.
In zijn geheel is dit een uitvoering die trouw blijft aan de geest van Rameau’s eerste Castor et Pollux, met zijn mengeling van mythologische grandeur en menselijke tederheid. Ze onderscheidt zich niet door spektakel, maar door intelligentie, warmte en een diep respect voor stijl en tekst. Het resultaat is een opname die niet alleen overtuigt als historische reconstructie, maar ook als levend muziekdrama dat blijft ontroeren door zijn eenvoud en verfijning.
Alpha 1148 – dubbele CD – http://www.outhere-music.com