De cd met Clérambaults Te Deum en Histoire de la femme adultère, uitgevoerd door A Nocte Temporis en het Chœur de Chambre de Namur onder leiding van Reinoud van Mechelen, biedt een overtuigende kennismaking met de religieuze vocale muziek van een componist die voornamelijk bekend is om zijn cantates. Deze opname werpt nieuw licht op twee zelden uitgevoerde werken die stilistisch diep geworteld zijn in de Franse baroktraditie, met haar typische grandeur, retorische verfijning en helder geprofileerde vormgeving.
Het Te Deum à grand chœur wordt hier uitgevoerd met een gevoel voor zowel ceremonie als transparantie. De vocale solisten en het koor brengen de verschillende delen met een zekere grootsheid, maar zonder overdreven pathos. De polyfone passages worden helder gearticuleerd en de balans tussen koor en orkest is goed uitgebalanceerd. Het ensemble speelt met lichte articulatie, elegante frasering en een natuurlijk gevoel voor retoriek, zonder dat de luisteraar het gevoel krijgt dat de uitvoering zwaar aangezet is. De tempokeuze is over het algemeen gematigd, wat bijdraagt aan de plechtige sfeer van het werk.
L’Histoire de la femme adultère is een bijzonder werk binnen Clérambaults oeuvre, het enige bekende oratorium van zijn hand. Hierin staat de dramatische vertelling centraal, met sterke contrastwerking tussen de personages. Gwendoline Blondeel zingt de titelrol met een aangrijpende intensiteit en een beheerste expressiviteit, terwijl Reinoud van Mechelen als Christus een ingetogen maar indringende présence neerzet. Het verhaal wordt muzikaal ondersteund door een sobere maar doeltreffende instrumentatie, waarbij het continuo en de strijkers subtiel de emotionele gelaagdheid van het drama onderstrepen.
De uitvoering valt op door haar helderheid, vocale discipline en stilistische consistentie. Het koor zingt zuiver, met aandacht voor de Franse uitspraak en prosodie, en is technisch sterk in de complexe passages. De solisten vormen een goed op elkaar afgestemd ensemble, waarbij elke stem zijn functie binnen het drama overtuigend vervult. De orkestrale begeleiding is nooit opdringerig, maar draagt wel duidelijk bij aan het affectieve karakter van elk onderdeel.
De opnamekwaliteit is hoog: de klank is ruimtelijk, met voldoende diepte om het koor en de solisten natuurlijk te laten resoneren, terwijl ook de kleinere bezettingen in het oratorium goed tot hun recht komen. De akoestiek ondersteunt de muziek zonder deze te verdoezelen.
Deze cd is geen verzameling barokke curiosa, maar een zorgvuldig opgebouwd muzikaal programma waarin de geestelijke inhoud van beide werken op integere en muzikale wijze wordt ontsloten. De interpretatie is historisch geïnformeerd zonder dogmatisch te zijn, en artistiek rijk zonder dramatische overdrijving. Voor wie Clérambault vooral kent van zijn profane cantates, is deze opname een welkome uitbreiding van het beeld, en een waardige vertegenwoordiging van de religieuze Franse muziek uit het begin van de 18e eeuw.
CVS 163 – http://www.outhere-music.com