Claude Debussy ’s muziek wordt vaak zo delicaat behandeld, dat men daarbij vergeet dat hij eigenlijk een rebel was. Hij ontmoette zijn lerares, Madame Mauté zelfs omdat haar zoon samen met zijn vader in de gevangenis zaten na de Parijse volksopstand van 1871. De schoonzoon van Madame Mauté was niemand minder dan de dichter Paul Verlaine.
Fantasie en dromen
Toen hij het conservatorium op tienjarige leeftijd binnentrad, was hij een verlegen jongen. Het zou echter niet lang duren vooraleer hij zijn mentoren en medestudenten de gordijnen injoeg met zijn nieuwe ontdekkingen. Zijn gevoel voor humor bleek ook uit zijn correspondenties. Hij vond dat muziek de mensen voornamelijk moest bevallen en dat er binnen die grenzen naar schoonheid kon worden gezocht, of schoonheid kon worden ontdekt. Een mooi voorbeeld hiervan is zijn Petite Suite uit 1899, oorspronkelijk geschreven voor piano vierhandig. Het is vooral een charmant verleidelijk stukje, waarvan men zich kan indenken dat het samenspel hoogst amusant en vriendschappelijk moet geweest zijn.
Poe
En zo is de helle geest van dit album. Vriendelijk, speels, maar alles behalve naïef. Een volwassen geest vol spitsvondigheid. De zaadjes van Children’s Corner moeten reeds gezaaid geweest zijn bij het schrijven van die ene kleine suite. Hij was al een ervaren en bovendien bekroonde componist toen hij de kinderhoek in 1908 voor zijn dochter Claude-Emma, Chouchou, schreef. Ongewoon is dat ook de tussentitels van de stukjes Engelstalig zijn. De reden hiervoor is Debussy’s bewondering aan het adres van dichter Edgar Allan Poe. De composities was oorspronkelijk bedoeld voor piano, maar werd later omgezet in orkestpartituur door Debussy’s student André Caplet. Hier en daar zijn er stukjes tussen waarvan men vermoedt dat ze dienden om mademoiselle Chouchou zelf te helpen bij de aanvang van haar pianostudies. We vinden er ook verwijzingen in naar wat er zich op dat moment afspeelde in de wereld van het variété. Zo werd het stukje Jumbo vernoemd naar de toenmalige reuzenolifant die de aandacht van zowat heel de wereld veroverde als attractie.
Jan Klaassen
Het was illustrator André Hellé die in 1913 suggereerde dat Debussy een poppenballet zou moeten schrijven. Dat was de aanleiding voor La Boîte à joujoux (lees Chouchou), een compositie die later opnieuw door Caplet zou omgezet worden in orkestversie. Hellé leerde zichzelf als kind piano spelen, waardoor zijn creatieve geest in combinatie met die van Debussy hoogtij vierde in de compositie. Herkenbare melodietjes worden gekoppeld aan herkenbare verwijzingen naar de operawereld. Alles denkbeeldig uitgevoerd door de figuren Arlequin, Pierrot en Polichinelle (de Franse Jan Klaassens). Dit maakte de compositie tot letterlijke speeldoos voor jong en oud.
Dit album toont u Debussy als fijnzinnige componist, liefdevolle vader en vreugdebrenger. Uitgevoerd door het Orchestre National des Pays de la Loire o.l.v. Pascal Rophé.
To enjoy with a hot cocoa.
Bis2622 – http://www.outhere-music.com