Voor hun Passieconcert 2025 werden door deCHORALE twee werken van Roelstraete naar voor geschoven samen met het Requiem van Mozart, dat moest doorgaan als een “verbeterde versie” van Mozart/Süssmayr. Deze werd geretoucheerd door de jonge Franse componist Pier-Henri Dutron, en uitgevoerd met de solisten Klara Vermeer, Herlinde Van de Straete, Timothy Veryser en Alexander Van Goethem, naast het orkest La Passione, het koor deChorale onder leiding van Paul Dinneweth.
Het eerste deel van het concert was een hulde aan Herman Roelstraete, die nu 40 jaar geleden overleed. Een persoonlijkheid die naast zijn componeer-activiteit zich ook intens bezighield met pedagogische activiteiten als directeur van de muziekacademie van Izegem, als orgelist en daarbovenop heel wat musicologisch opzoekingswerk verrichtte. Zelf was hij een leerling van Marinus De jong, Flor Peeters en Jules Van Nuffel. Voor compositie richtte hij zich tot Marcel Poot en ook tot Matthias Seiber, die verbonden was aan het Morley College in Londen en een discipel van het dodecafonisch denken. Ook August Verbesselt was met Seiber jarenlang in contact en onderging hiervan invloed.
Als opmaat van het concert werd de” Simfonia Concertante” voor orgel en strijkers gespeeld met de Kortrijkzaan Dirk Blockeel als solist. Spijtig dat het werd gespeeld op een klein huisorgeltje waardoor deze ongecompliceerde compositie niet tot zijn recht kwam. Zeer mooi en ingetogen was het etherische middendeel.
Voor het Rubensjaar 1977 gaf de toenmalige BRT een groot aantal opdrachten aan Vlaamse componisten. Roelstraete werd als gewaardeerd koorcomponist in duo geplaatst met Anton Van Wilderode om Rubens te belichten in zijn schilderijen met religieuze onderwerpen. Als diep christelijke mensen werkten ze aan een ‘Passie volgens Rubens’. Willem Pelemans kwam met zijn Cantate ‘t Pelske’ en Peter Welffens schreef een groots opgezette en dramatische Rubens-diptiek voor groot orkest. Niets van dat alles in deze Passie van Roelstraete/Van Wilderode. Ze maakt geen gebruik van bijbelse teksten, waarin het ganse passieverhaal tot leven komt in een doorlopende dialoog tussen solisten, koor en orkest. Hier is het alles introvert en verinnerlijkt gehouden en is ingekapseld door de modale wereld van het gregoriaans. Een klein strijkorkest, aangevuld met een bescheiden inbreng van enkele blazers, vormt de orkestklank waarop een solomezzo ondersteund wordt door een gemengd koor, de gedichten van Anton Van Wilderode tot leidraad nemend.
Het ganse werk valt uit elkaar in drie delen, waarin 8 gedichten zijn verwerkt.
Het middeldeel speelt zich af rond het gebeuren op Golgota waarin de figuren van Veronica, Maria en Maria Magdalena worden aangehaald, met als hoogtepunt ’De Kruisiging ’ en waarin de dichter de Hemelvaart reeds in het vooruitzicht stelt. Muzikaal is dit het meest beweeglijke onderdeel doordat de componist gebruik maakt van een fugatische aanpak, afgebroken door een wel erg verrassende coda. Bij de onderdelen waarin sprake is van de drie vrouwen is er telkens de inbreng van de mezzo (vertolkt door Herlinde Van de Straete). Hier komt dan telkens een ander blaasinstrument wat meer naar voor. In ‘De Kruisdraging’ is dat de Engelse hoorn; in ‘De Lanssteek’ is dat de hobo met een taal waarin een zweem van Ottorino Respighi te horen viel; de fluit becommentarieerde de zangstem in ‘De Bewening’. De twee hoekdelen bestonden telkenmale uit twee onderdelen zodat er dus enerzijds een ABA structuur ontstaat, maar dat het zwaartepunt tenslotte toch komt te liggen op het vierde onderdeel : de Fugatisch behandelde Kruisiging.
Deze Passie van Rubens is geen eenvoudig werk, niet zozeer de muziektaal, maar de innerlijk aangehouden sacrale toon ervan vraagt concentratie van zowel uitvoerders als publiek. Het is een erg originele opvatting van het passiegebeuren dat Herman Roelstraete hier neergezet heeft. Een werk dat best uitvoerbaar is, zelfs met een kleiner koor.
Herlinde Van de Straete heeft een erg mooie gekleurde stem die best paste, maar ik had haar graag vooraan zien staan op de solistenplaats. Dat had ze zeker verdiend, en dan was haar stemgeluid niet alleen beter tot haar recht gekomen, maar dan was haar tekst zeker verstaanbaarder geweest dan nu het geval was.
Paul Dinneweth dirigeerde accuraat zoals we gewoon zijn van hem, en hield zijn falanx goed in de hand.
Een mooi eerbetoon aan Herman Roelstraete, die een grote ‘dank u wel’ verdient !
G.L.
Passieconcert 2025
deSingel- blauwe zaal
Zaterdag 28.03.2025
solisten
la Passione & deChorale
dirigent: Paul Dinneweth